De stapel papier valt wel mee, één briefje aan de gemeente waarmee je verzoekt om vrijstelling van het bestemmingsplan is voldoende. Er volgt dan publicatie waarbij omwonenden bezwaar kunnen maken en na ca. 2 maanden wordt de ontheffing afgegeven (of niet). De bereidwilligheid zal wel per gemeente verschillen (zie art. 19 WRO). Een bouwvergunning om een stuk (kantoor) aan huis te bouwen is natuurlijk iets anders.
Een gemeente ambtenaar adviseerde mij indertijd eerst de ontheffing aan te vragen en daarna de bouwvergunning ("want het maakt ons niet uit of u in de aanbouw uiteindelijk een bureau zet of een bed"...). Hij gaf aan de dat de leges op de aanvraag van een bouwvergunning voor een kantoor hoger zouden kunnen zijn.
Artikel 19 | WRO, Hoofdstuk 4, Afdeling 3
1.
De gemeenteraad kan, behoudens het gestelde in het tweede en derde lid, ten behoeve van de verwezenlijking van een project vrijstelling verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits dat project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van gedeputeerde staten de verklaring is ontvangen, dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Onder een goede ruimtelijke onderbouwing wordt bij voorkeur een gemeentelijk of intergemeentelijk structuurplan verstaan. Indien er geen structuurplan is of wordt opgesteld, wordt bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan, dan wel wordt er gemotiveerd waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het betreffende gebied. De gemeenteraad kan de in de eerste volzin bedoelde vrijstellingsbevoegdheid delegeren aan burgemeester en wethouders.
2.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan in door gedeputeerde staten, in overeenstemming met de inspecteur, aangegeven categorieën van gevallen. Gedeputeerde staten kunnen daarbij tevens bepalen onder welke omstandigheden vooraf een verklaring van gedeputeerde staten dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben, is vereist. Het bepaalde in het eerste lid met betrekking tot een goede ruimtelijke onderbouwing is van overeenkomstige toepassing.
3.
Burgemeester en wethouders kunnen eveneens vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan in bij algemene maatregel van bestuur aan te geven gevallen. Het derde lid van artikel 15 is van overeenkomstige toepassing.
4.
Vrijstelling krachtens het eerste lid wordt niet verleend voor een project dat wordt uitgevoerd in een gebied waarvoor
a.
het bestemmingsplan niet tijdig overeenkomstig artikel 33, eerste lid, is herzien of
b.
geen vrijstelling overeenkomstig artikel 33, tweede lid, is verleend, tenzij voor het gebied een voorbereidingsbesluit geldt of een ontwerp voor een herziening ter inzage is gelegd.