De commissie Dijkhuizen presenteerde eergisteren zijn
voorstel voor een herziening van het belastingstelsel. In de media krijgt vooral de vereenvoudiging van de schijven de aandacht, maar er staan ook vergaande wijzigingen voor
zelfstandig ondernemers in het interim-rapport van de commissie:
Citaat:
De commissie heeft verder nog naar enkele andere faciliteiten gekeken en is tot de conclusie gekomen dat de zelfstandigenaftrek geleidelijk in acht jaar opgeheven kan worden
|
Citaat:
Het merendeel van de belastingplichtigen gaat er daarmee op vooruit. Zelfstandigen, die door het CPB niet in de koopkrachtoverzichten worden betrokken, gaan er als gevolg van het voorstel om de zelfstandigenaftrek in acht jaar geleidelijk af te schaffen, op achteruit.
|
De inkomensdaling voor freelancers met
zelfstandigenaftrek is ongeveer € 225 netto per maand (37% van € 7.280 / 12), voor starters met de extra
startersaftrek totaal bijna € 290 netto per maand (37% van € 7.280 + € 2.123 / 12).
Citaat:
Naar een nieuw evenwicht tussen zelfstandigen en werknemers
De lastendruk voor zelfstandigen is met name bij lage winsten lager dan die voor werknemers. Dit verschil is de laatste jaren sterk toegenomen. Hiervoor is slechts ten dele rechtvaardiging te vinden. Met name bij lage winsten geven de faciliteiten voor ondernemers spanning omdat daar de verschillen met werknemers het grootst zijn. Voor de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek zoals die thans zijn vormgegeven ziet de commissie daarom geen plaats meer. Deze geven een prikkel om ondernemer te worden, maar geen prikkel om door te groeien. De commissie stelt voor om deze faciliteiten over een periode van acht jaar uit te faseren. De opbrengst wordt gebruikt om de arbeidskorting te verhogen, zodat alle werkenden profiteren.
|
Citaat:
De commissie stelt voor om de omkeerregel bij de overige inkomensvoorzieningen122 te handhaven. Het gaat hier om beperkte regelingen, die ondermeer gericht zijn op het fiscaal faciliëren van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
|
Citaat:
De commissie heeft dus een voorkeur voor faciliteiten die toenemen bij groeiende winst, zoals de MKB-winstvrijstelling als centrale ondernemersfaciliteit. Door deze faciliteit worden ondernemers geprikkeld om meer winst te maken, en gaat er geen oneigenlijke prikkel uit naar het ondernemerschap. Vanuit deze opvatting ligt het voor de hand om ook de startersfaciliteiten (extra zelfstandigenftrek, willekeurige afschrijving, startersaftrek voor arbeidsongeschikten) af te schaffen.
|
De
fiscale oudedagsreserve blijft bestaan, maar alleen voor zover die daadwerkelijk wordt gebruikt voor de aankoop van een lijfrente:
Citaat:
De fiscale oudedagsreserve in Box 1 blijft bestaan, maar de ondernemers worden beboet met een revisierente als dit niet voor een lijfrente wordt ingezet.
|
Het voorstel van de commissie betekent ook dat het
urencriterium vervalt:
Citaat:
Met het vervallen van de zelfstandigenaftrek en de kleine faciliteiten vervalt ook de bestaansreden voor het urencriterium. Door dit af te schaffen worden besparingen op de administratieve lasten en uitvoeringskosten bereikt.
|
Het lange verhaal staat in paragraaf 4.5.3 Ondernemers (blz 82-90) van het rapport:
interimrapport-commissie-inkomstenbelasting-en-toeslagen.pdf.