Het moest bij wet verboden worden om over uitspraken van rechters te publiceren, zonder verwijzing naar het vonnis (hiermee doel ik op het verwijzingsloze artikel op de site van Pekaar & Partners, niet op het forumbericht van jesse).
Even gezocht op rechtspraak.nl en ik vermoed dat het gaat om uitspraak
LJN BR5323 d.d. 18-8-2011.
Deze overweging vind ik interessant:
Citaat:
Daarbij wijst het Hof erop dat belanghebbende – zoals hij zelf ook heeft verklaard – een zakelijk belang had bij de verrichte en onbetaalde werkzaamheden voor G omdat deze hem (meer) naamsbekendheid gaven en hem (meer) ervaring gaven als lichttechnicus, waardoor hij nieuwe en grotere opdrachten kon verwerven, hetgeen – naar belanghebbende heeft verklaard – ook daadwerkelijk is gebeurd. Dat de omzet na 2006 geen stijgende lijn vertoont, hoeft daaraan niet in de weg te staan.
|
Je moet dus kunnen aantonen dat de werkzaamheden van zoveel uren hebben plaatsgevonden, én je moet aannemelijk kunnen maken dat je een zakelijk belang had bij het onbetaald werk (zoals naamsbekendheid, werkervaring uitbreiden), dat niet uit meetbaar geld hoeft te bestaan.
In 4.4 wordt dit min of meer herhaald:
Citaat:
4.4 De Inspecteur betwist dat de onbetaalde werkzaamheden van belanghebbende voor G kunnen meetellen voor het urencriterium. Hij stelt dat de onbetaalde werkzaamheden aan hobbymatige activiteiten van belanghebbende moeten worden toegerekend. Belanghebbende stelt daartegenover dat hij de onbetaalde werkzaamheden heeft verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming. Deze stelling acht het Hof voldoende aannemelijk gemaakt gelet op de getuigenverklaring van B en de toelichting daarop van belanghebbende (zie 2.4 en 4.2), zodat de onbetaalde uren geacht kunnen worden te zijn gemaakt ten behoeve van de onderneming. De daarmee gemoeide werkzaamheden zijn niet bedoeld om in particuliere behoeften te voorzien.
|
Ook interessant dat de beoordeling niet puur op basis van de tijdregistratie is (daar viel in dit geval wel wat op aan te merken), maar dat ook getuigenverklaringen achteraf meewegen.