Goedemiddag!
Ik heb een vraag over het berekenen van de KOR met verlegde BTW, ik weet dat je de verlegde BTW moet betalen nadat je de KOR hebt berekend, maar het is me niet helemaal duidelijk wat je er precies mee moet doen met de berekening. De belastingdienst zegt bij de berekening het volgende:
"Meer dan 1.345 maar minder dan 1.883: 2,5 x ( 1.883 (btw-bedrag van vraag 5a van de aangifte voorbelasting van vraag 5b van de aangifte))"
Volgens deze berekening moet je het bedrag van 5a meenemen in de berekening, maar bij 5a zit ook de btw die naar jou is verlegd opgeteld (rubriek 1-4).
In een ander voorbeeld van de belastingdienst staat:
"Voorbeeld aannemer
Een aannemer heeft werk uitbesteed aan een timmerman. Deze timmerman heeft in totaal 13.500 gefactureerd en de btw naar de aannemer verlegd. Voor de berekening van de kleineondernemersregeling neemt de aannemer deze btw niet mee. De aannemer heeft een omzet van 65.000 en moet hierover 13.650 btw betalen. Hij heeft in de loop van het jaar 9.222 btw aan andere ondernemers betaald. In de berekening om te bepalen of hij in aanmerking komt voor belastingvermindering, trekt hij deze btw ιn de btw die naar hem is verlegd, beide af als voorbelasting.
Te betalen btw (21% van 65.000) = 13.650
Voorbelasting (wegens aankopen 9.222, verlegde btw 2.835) = 12.057
Btw-bedrag = 1.593
Vermindering voor kleine ondernemers: 2,5 x ( 1.883 - 1.593) = 725
Te betalen vanwege de kleineondernemersregeling = 868
In totaal betaalt de aannemer aan btw: 868 + 2.835 = 3.703"
Hier wordt alleen het btw bedrag van de omzet meegenomen in de berekening en niet het hele bedrag van 5a, want dan zou de verlegde BTW daar ook bij zitten.
Het lijkt mij ook gek om het hele bedrag van 5a mee te nemen, want de verlegde btw wordt daarna weer afgetrokken bij de voorbelasting voor de berekening, waardoor het geen zin zou hebben om die uberhaupt mee te nemen, behalve dat je het uiteindelijk op moet tellen bij de te betalen btw wat er uit de berekening komt.
Mijn vraag daarom:
Is het: Meer dan 1.345 maar minder dan 1.883: 2,5 x ( 1.883 (btw-bedrag van vraag 5a van de aangifte voorbelasting van vraag 5b van de aangifte))
Of: Meer dan 1.345 maar minder dan 1.883: 2,5 x ( 1.883 (btw-bedrag van de omzet voorbelasting van vraag 5b van de aangifte))
Alvast veel dank voor het lezen en meedenken!
bronnen:
https://www.belastingdienst.nl/wps/w...nemersregeling
https://www.belastingdienst.nl/wps/w..._en_verlegging