Jouw redenering volgend kom ik er ook niet helemaal uit
: de horecagelegenheid met vaste inrichting verstrekt de dranken niet aan jou als persoon die daar kort verblijft, maar als onderneming die ...
Als die onderneming een Eenmanszaak is, is het wat onduidelijk, maar als die onderneming een BV is, ineens al een stuk minder. Of juist meer, 't is maar vanaf welke kant je kijkt.
Ik blijf voorlopig dus toch maar even bij mijn redenering: gaat het om 'goederen' (bestemd voor de verkoop) of om 'dranken en spijzen' (bedoeld voor consumptie).
Gelukkig:
• is de verhuurder van de locatie waar ik mijn volgende training verzorg een gemeente, die in het geheel niet aan BTW doet ...;
• bestaan er BTW-specialisten. Ik ken er via via eentje; misschien dat ik die een keer kan bereiken, want ik wil toch wel graag de 'oplossing van deze puzzel' weten. Sorry, ik ben gek op puzzelen.
En om bij 'dranken en spijzen' te blijven: ik ga eens op zoek naar de soort die bedoeld is voor consumptie.
Groeten, Renée